Programma Nach van ’t Limburgse Leed bekend

Kwante Hippe en W-Dreej op Hoofdpodium, Getske van gelök op station

Kwante Hippe en W-Dreej verzorgen dit jaar tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed op zaterdag 20 september een optreden op het Hoofdpodium op de Markt. Eerder was al bekendgemaakt dat het oeuvre van Hannelore Winter op die plek wordt geëerd door een band onder leiding van Wim Naus en een hele reeks aan gastartiesten. Ook het Venlose station is dit jaar een locatie: daar treden Bart Storcken en Marinho Peters op onder de noemer Getske van gelök. Tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed vinden er op tal van plekken in de Venlose binnenstad gratis dialectoptredens plaats.

Afwisseling

Er is voor ieder wat wils tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed: van het gevoelige luisterlied tot vastelaovend en van stevige rock tot sjoenkelmuziek. Ook jong talent krijgt een podium, zoals de kersverse Venlose formatie Aevel. Dwayne Horbag, die vorig jaar de Jo Erens Priès won, treedt op met zijn nieuwe band Enne?! Bezoekers kunnen van vroeg in de avond tot diep in de nacht terecht in de Venlose binnenstad. Een week eerder treden Thei & Marij voor de ouden van dagen op in de Meeuwbeemd, maar het Tegelse duo is tijdens de Nach zelf ook van de partij.

Getske van gelök

Ieder jaar vindt op een bijzonder plekje in Venlo het Getske van gelök plaats. Dit jaar is die plek wel héél speciaal: Bart Storcken en Marinho Peters gaan de Venlose stationshal om 20.30 uur en 21.30 uur muzikaal entertainen. Het reizen per trein is in tal van dialectliedjes een bron van inspiratie geweest, van Truuk van (zoemaar) tot Gespeegeld in de raam van Rowwen Hèze en De Alpen Expres van Taai Taai.

Voor veel reizigers is het station het eerste stukje Venlo dat ze zien en voor anderen is het juist de startplek voor een reis naar welke plek dan ook. In plaats van gehaast van plek A naar B te gaan bouwen we nu een rustmoment op het station in, al zal die rust met dank aan Marinho en Bart maar relatief zijn. Of je nu op reis gaat, juist naar Venlo komt of alleen even een tussenstop maakt voor één van hun optredens: het station zal nooit meer hetzelfde zijn nadat je dit olijke tweetal er hebt zien optreden.

Jo Erens Priès

Eén van de hoogtepunten van de Nach van ’t Limburgse Leed is elk jaar de Jo Erens Priès, onze eigen aanmoedigingsprijs. Deze wordt uitgereikt op ons Hoofdpodium op de Markt. De presentatie op die plek is in handen van Kitty Roeffen.

Ben Erkens ontvangt de Veldeke Oeuvre-Pries

Geleendenaar Ben Erkens (72) maakt al ruim 50 jaar liedjes in de Limburgse taal. Hij maakte eind jaren zeventig deel uit van de legendarische groep Carboon en schreef het LVK tussen 1979 en 2005 vijf keer op zijn naam. Met zijn band Valsj Plat coverde hij twee decennia lang Rolling Stones-nummers in het Geleens. Ook de verschillende revues in (Oud-)Geleen werden door Erkens van liedjes voorzien. Ben Erkens schrijft ook veel en graag voor andere Limburgse artiesten: Anja Bovendeaard, Bruno Majcherek, Frans Theunisz, Thei en Marij, Frans Croonenberg en Beppie Kraft maken graag gebruik van zijn diensten op muziekgebied. Zo is de evergreen In d’n Hiemel van Bens hand.

Diepere laag
Het juryrapport motiveert de keuze voor Erkens onder meer als volgt: "De betekenis van Ben en zijn muziek is blijvend. Dat komt vooral omdat hij zijn liedjes schrijft en zingt vanuit een diepere laag. Zijn teksten en melodieën zijn uit volle overtuiging en met aandacht gemaakt. Ben weet het collectieve gevoel van Limburg te raken en te verwoorden en daarmee liedjes te brengen die tijdloos zijn."

Carboon
De Veldeke Oeuvrepries wordt sinds 2007 uitgereikt door Veldeke Venlo. Vanaf 2023 is Veldeke Limburg verantwoordelijk. De jury werd dit jaar gevormd door René Haustermans, Chantal van Zundert, Ivo Rosbeek en Cyriel Achten. Bas Vissers, bestuurslid van Veldeke Limburg, prees de laureaat: "We werden regelmatig getipt door deze en gene dat er in de Westelijke Mijnstreek iemand rondliep die deze prijs zeker een keer zou verdienen. Ook het feit dat we het belangrijk vinden om de hele provincie te bestrijken met deze prijs, speelde zeker mee in de voordracht van de jury voor Ben Erkens. Bij ons in Venlo hebben we de Vrijbuiters, maar in de Mijnstreek hebben ze natuurlijk de groep Carboon", besluit hij met een lach.

400 liedjes
Erkens zelf is erg verguld met deze erkenning. "Met naar schatting 400 tot 450 liedjes van mijn hand kun je inmiddels wel spreken van een oeuvre, ja", grapt Ben. Gevraagd naar een van de beste liedjes van zijn hand, komt hij met Same doert mer aeve op de proppen. "Ik schreef het voor een vriend van mij, Peter Camps. Het is een van de weinige liedjes die ik binnen enkele minuten schreef. Toen ik de pen op papier zette, schreef het zich als vanzelf." Uiteindelijk maakte Conny Peters er een carnavalesk arrangement bij en behaalde het een finaleplek in het LVK van 1998.

Veldeke Oeuvre-Pries voor Minsekinder

Eervolle onderscheiding voor Venloos meest tropische dialectband

De Venlose formatie Minsekinder ontvangt dit jaar de Veldeke Oeuvre-Pries van ’t Limburgse Leed. De groep, die al sinds eind jaren tachtig actief is, wordt met de prijs geëerd voor hun omvangrijke oeuvre en hun verdiensten voor het Limburgse lied. Bas Vissers van Veldeke Limburg maakte het nieuws vanmiddag in het bijzijn van Minsekinder-frontman Michiel van der Grinten bekend in het L1-radioprogramma Plat-Eweg van Henk Hover. De band ontvangt de prijs op zaterdag 21 september tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed in de Venlose binnenstad.

Foto: Henk Hover

Minsekinder

Na De Drekskaters vorig jaar gaat de Veldeke Oeuvre-Pries opnieuw naar een band uit ‘het stedje van lol en plezeer’. Het verhaal van ‘Venloos meest tropische band’ start in 1989. Michiel van der Grinten is op dat moment net terug van een verblijf in Mexico en na zijn periode met het dialectproject Mooder Hellup is het tijd voor iets nieuws: een band die in het dialect gaat zingen. Minsekinder is geboren en de kersverse groep maakt al snel naam. En dat niet in de laatste plaats door de ras-performer René Scheffer, die in de eerste tien jaar de frontman is. Minsekinder gaat verder waar Mooder Hellup gestopt is: met het brengen van swingende, eigentijdse versies van oude Venlose vastelaovesnummers. In 1994 neemt de groep een legendarisch geworden live-album op in De Locomotief. Ook ontstaat er meer en meer eigen werk.

Rondom de millenniumwisseling stopt René Scheffer, vanaf dat moment is Michiel van der Grinten de zanger. De nieuwe periode wordt ingeluid met het album Nieje Veere . De andere bandleden zijn Jaakko Buchholtz, Jeroen van der Linden, Geert Hermkes, René Kaufmann en later Stefan Nijssen. Ook ontstaat er een intensieve samenwerking met ‘nestor’ Sjraar Peetjens: de oude vastelaoveszanger beleeft een tweede en zelfs derde jeugd met dank aan de vele optredens die hij met zijn vrienden van Minsekinder heeft.

De band blijft intussen doorgaan met waar hun kracht ligt: het brengen van swingende en dansbare muziek, met roots vanuit alle windstreken. De Verenigde Staten, Latijns-Amerika, Afrika: de Minsekinder-klanken komen overal vandaan. In dat kader is het niet gek dat de groep in 2004 een muzikale reis naar Nigeria maakt, een absoluut hoogtepunt in de geschiedenis van de band. Een dieptepunt in de latere jaren is het overlijden van bandlid René Kaufmann, die ook verantwoordelijk is voor vele teksten, waaronder de klassieker Vraog mien hert . Op zeer respectabele leeftijd overlijdt in 2019 ook Sjraar Peetjens.

Nog altijd is Minsekinder, dat klassiekers als ’t Sint Juttemis-leed en Dans Marietje op hun naam heeft staan, hartstikke actief, met door de jaren heen de nodige albums, de jaarlijkse Limboot-optredens en onlangs nog een live-jubileumplaat in de Gouden Tijger. De band, die een min of meer vaste waarde tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed is, zit met haar zomerse klanken nog vol energie en ambitie en is dus nog lang niet van plan er mee te gaan stoppen. De oeuvrepries mag dan ook gezien worden als een stimulans om vooral door te blijven gaan.

De Veldeke Oeuvre-Pries van ’t Limburgse Leed

Voor de achttiende keer reikt Dialekvereiniging Veldeke de Oeuvre-Pries uit. Tot en met vorig jaar zorgde Veldeke Venlo voor de prijs, vanaf dit jaar is Veldeke Limburg verantwoordelijk. Er is vanaf het eerste jaar een bijzondere samenwerking tussen de vereniging en de Nach van ’t Limburgse Leed: de onderscheiding wordt steevast op of rondom het festival uitgereikt. De prijs gaat elk jaar naar een persoon of groep met jarenlange verdiensten voor de Limburgse dialectmuziek in en buiten de provincie. De winnaar krijgt een kunstwerk gemaakt door Mariëlle Franssen en een oorkonde.

Uitreiking

De Veldeke Limburg Oeuvre-Pries wordt uitgereikt tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed op zaterdag 21 september. Vanaf 18.30 uur wordt de band in de bibliotheek op de Begijnengang 2 gehuldigd, om 20.00 uur treedt Minsekinder op op het Hoofdpodium op de Markt en wordt de prijs aan de groep uitgereikt. Later tijdens de Nach geeft de band vanaf 00.30 uur een ‘after party-optreden’ in De Blauw Trap. Zowel de bijeenkomst in de bibliotheek als de optredens zijn vrij toegankelijk, net als alle andere optredens tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed.

Motivatie Dialekvereiniging Veldeke Limburg

Bas Vissers: ‘Als Veldeke staan we natuurlijk voor de promotie van het dialect en met die promotie is Minsekinder al decennialang bezig. Niet eens zozeer bewust, maar ze zingen ‘gewoon’ in het dialect. Er is oor onze laureaat van dit jaar simpelweg geen andere taal om hun boodschap te brengen. Ze doen alles wat ze doen al jarenlang met zoveel overgave, van feest tot mooie en gevoelige leedjes en ze zijn niet weg te denken uit het Venlose en Limburgse dialectmuzieklandschap. Minsekinder heeft een repertoire waar menige band een puntje aan kan zuigen. Wij hopen zeer dat Minsekinder nog heel lang door zal blijven gaan en iedereen blijft verblijden met hun muziek.’

Reactie Minsekinder

Frontman Michiel van der Grinten: ‘We voelen ons verguld, deze erkenning maakt ons trots. En eerlijk gezegd, toen we het woord oeuvrepries voorbij hoorden komen dachten we in eerste instantie: ‘een oeuvre, wat is dat eigenlijk precies?’ Misschien is het zelfs een beetje een te sjiek woord voor Minsekinder. Op een gegeven moment zei iemand: ‘Dat zijn gewoon de leedjes die we zingen’. Toen dachten we: ja, dáár hebben we wat mee. En toen viel het kwartje. Ik vind het supertof en het is leuk zo eens naar ons werk te kijken. We hebben een hele reeks albums en meer dan honderd nummers, waarvan zo’n tachtig eigen leedjes en de rest oude vastelaovescovers. Ja, dat ís gewoon een oeuvre.’